Caroline, net afgestudeerd in Delft, wilde nog een aantal weken genieten van een mooie buitenlandervaring, maar ze wilde niet alleen reizen. Ze koos voor twee vrijwilligersprojecten als teaching volunteer, eerst 4 weken in Bali (Ubud) en daarna 4 weken in Nepal (Kathmandu).
De Projecten:
Mijn lesgeef project in Bali was op een schooltje dat lag op een half uur rijden met de taxi. Mede door het groot aantal vrijwilligers werd ik ingedeeld om met z’n tweeën les te geven. Het niveau van Engels bij de kinderen was laag. Het lesgeven gebeurde in de middag, zodat ik ’s ochtends kon voorbereiden. Daar was ook een speciale ruimte voor.
Het project in Kathmandu was veel minder grootschalig dan Bali. Er waren ongeveer 17 vrijwilligers in totaal. In Bali waren dat er zeker 150. De leeftijden en nationaliteiten van de vrijwilligers waren vergelijkbaar met elkaar; veel Nederlanders en Duitsers met een enkele Amerikaan, Chinees en Scandinaviër.
Mijn lesgeef project in Kathmandu was op een privé school. Op privé scholen worden alle lessen in het Engels gegeven, behalve Nepalees dan. Dus in dat opzicht is het veel makkelijker te communiceren met de kinderen dan in Bali. De kinderen hebben (goede) Engelse boeken waaruit je kunt lesgeven, maar natuurlijk is het ook leuk om zelf met iets nieuws te komen. Op mijn eerste dag waren de muren van het klaslokaaltje leeg, op mijn laatste dag vol met tekeningen die kinderen in mijn les hadden gemaakt of thuis. In Kathmandu gaf ik twee weken les samen met iemand anders. De laatste week stond ik alleen voor de klas. Dat vond ik toch wel het leukste… Ondertussen krijg je een beter idee van wat wel of niet werkt. En in deze week had ik meer contact met de andere docenten, de kinderen, de mensen in de bus en leidde tot veel nieuwe inzichten in de cultuur.
Het verblijf
De accommodatie in Bali was prima. Ik was erg blij met een slaapkamer voor mezelf. Een ruime kamer, en een gedeelde badkamer. De maaltijden waren goed gevarieerd en uitgebreid. De locatie was ook prima, met prachtige rijstvelden in de buurt.
In Kathmandu verbleef ik in een groot familie huis. Op zich prima, maar als je inwoont bij een familie dan gelden er natuurlijk wel andere regels dan in een huis alleen met vrijwilligers, zoals in Bali. Bijvoorbeeld, om tien uur ’s avonds moest het hier stil zijn. De maaltijden waren niet bijzonder, want in Nepal is het belangrijker om “vol” te zitten na de maaltijd, dan om de juiste nutriënten binnen te krijgen. Zo stond er geregeld noedels met een heel klein beetje groente en ketchup op het menu. Af en toe met gefrituurde aardappel.
Op beide locaties zijn de eerste levensbehoeften goed verkrijgbaar. Kleine supermarktjes aan huis zijn overal te vinden. Een grote supermarkt op een half uur.
In Bali gaat al het vervoer met de taxi en in Kathmandu met taxi’s en busjes. Een hele ervaring. Als je denkt dat de bus vol zit, kunnen er nog altijd mensen bij.
Ik heb me op beide locaties nooit onveilig gevoeld.
Door het doen van vrijwilligerswerk, heb ik op een ontspannen manier kennis gemaakt met twee nieuwe culturen.