De eerste week bestond uit een Introductieweek en in die week hebben we ontzettend veel gedaan. Daarnaast werd er 1x per week met de hele groep samen gegeten. De groep vrijwilligers in Bali was niet te groot en niet te klein. Ook vond ik dat er een grote diversiteit was aan nationaliteiten. De meeste mensen waren tussen de 20-30 jaar.
Het huis waar ik sliep was niet groot en bestond alleen uit slaapkamers en badkamers. Maar meer had je ook niet nodig, aangezien je toch de hele dag van huis was. Ik was blij dat er een ‘normaal’ toilet was en een normaal bad/douche zoals wij Westerse mensen die kennen. Alle vrijwilligers woonden in dezelfde straat en het hoofdkantoor zat om de hoek. De scholen waar we werkten zaten niet direct in de buurt, maar gelukkig werden we elke dag opgehaald met de auto.
We kregen elke dag een lunchbox mee, maar daarmee konden we onze magen niet echt vullen. Gelukkig hebben de meeste Indonesiërs een winkeltje naast hun huis, dus we konden altijd wel iets te eten halen. Daarnaast zaten er ook twee cafés in de buurt.
Op Bali heb je geen bussen, dus je moest altijd met een taxi of een scooter. Er wordt wel om de haverklap een taxi/scooter aangeboden. Ook moet je goed opletten welke taxi je neemt. Het wordt aangeraden om met de “Blue Bird Group” taxi’s te reizen. Dit zijn lichtblauwe taxi’s die op de meter rijden. Maar tegenwoordig zijn er andere taxibedrijven die ook “Blue Bird” o.i.d. heten en die dan ook blauw zijn. Oppassen dus waar je instapt!
Ik kan het iedereen aanraden om (voor een lange tijd) naar het buitenland te gaan en al helemaal in je eentje. Je leert niet alleen veel mensen kennen, je leert ook een heleboel over jezelf.
Heleen’s hulp hierbij is wel fantastisch!